Paragraaf 8 Oefentoets bij dit hoofdstuk
Open vragen
1. Geef een definitie van sport.
2. Wat wordt vaak gezien als de (harde) kern van sport?
3. Wat is het verschil tussen \'refereed sports\' en \'judged sports\'?
4. Geef een voorbeeld van rituelen in de sport.
5. De Nederlandse sportwereld raakte in de 20-ste eeuw tijd voor een deel verzuild. Licht dit toe.
6. Beschrijf in hoofdlijnen het belangrijke aspecten van de Olympische Spelen in de Griekse Oudheid
7. Beschrijf het onderwijs er uit in de Griekse oudheid? Wat was belangrijk en voor wie was er het onderwijs?
8. Wat symboliseert het Olympisch vuur?
9. Wat is doping en welke beoogde gevolgen hebben dopinggebruikers in de sport voor ogen?
10. Een argument voor het vrijgeven van dopinggebruik in de sport: een sporter is een vrij mens en kan zelf kiezen wat goed en slecht is. Licht dit toe.
Multiple-choice vragen: goed of fout
Geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn. Let op: alleen ‘goed’ of ‘fout’ noteren!
1. ‘Tijdens de wedstrijd ben ik mezelf niet meer.’ Deze uitspraak heeft te maken met de levensvraag: wie ben ik?
2. Een voorbeeld van sport is tennis.
3. Sport heeft per definitie bepaalde regels.
4. Het verzet in de sport tegen de Duitsers en het Nederlands bestuur in de oorlog was krachtig en wijdverbreid.
5. Waar ligt stadion De Kuip precies? Dit is een levensvraag over sport.
6. Naast de Olympische Spelen waren er in de Griekse oudheid drie andere grote sportevenementen: de Pythische, de Isthmische en de Nemeïsche Spelen.
7. Sportovertredingen werden bij de oude Grieken beschouwd als heiligschennis en men riskeerde een straf van de goden.
8. In Athene waren een drietal beroemde gymnasia gevestigd: de Academie, het Lyceum en Cynosarges.
9. Tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam werd ook voor het eerst de Olympische eed afgelegd door de atleten.
10. Doping kan de gezondheid van de sporter negatief beïnvloeden.
1. Geef een definitie van sport.
2. Wat wordt vaak gezien als de (harde) kern van sport?
3. Wat is het verschil tussen \'refereed sports\' en \'judged sports\'?
4. Geef een voorbeeld van rituelen in de sport.
5. De Nederlandse sportwereld raakte in de 20-ste eeuw tijd voor een deel verzuild. Licht dit toe.
6. Beschrijf in hoofdlijnen het belangrijke aspecten van de Olympische Spelen in de Griekse Oudheid
7. Beschrijf het onderwijs er uit in de Griekse oudheid? Wat was belangrijk en voor wie was er het onderwijs?
8. Wat symboliseert het Olympisch vuur?
9. Wat is doping en welke beoogde gevolgen hebben dopinggebruikers in de sport voor ogen?
10. Een argument voor het vrijgeven van dopinggebruik in de sport: een sporter is een vrij mens en kan zelf kiezen wat goed en slecht is. Licht dit toe.
Multiple-choice vragen: goed of fout
Geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn. Let op: alleen ‘goed’ of ‘fout’ noteren!
1. ‘Tijdens de wedstrijd ben ik mezelf niet meer.’ Deze uitspraak heeft te maken met de levensvraag: wie ben ik?
2. Een voorbeeld van sport is tennis.
3. Sport heeft per definitie bepaalde regels.
4. Het verzet in de sport tegen de Duitsers en het Nederlands bestuur in de oorlog was krachtig en wijdverbreid.
5. Waar ligt stadion De Kuip precies? Dit is een levensvraag over sport.
6. Naast de Olympische Spelen waren er in de Griekse oudheid drie andere grote sportevenementen: de Pythische, de Isthmische en de Nemeïsche Spelen.
7. Sportovertredingen werden bij de oude Grieken beschouwd als heiligschennis en men riskeerde een straf van de goden.
8. In Athene waren een drietal beroemde gymnasia gevestigd: de Academie, het Lyceum en Cynosarges.
9. Tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam werd ook voor het eerst de Olympische eed afgelegd door de atleten.
10. Doping kan de gezondheid van de sporter negatief beïnvloeden.
Antwoorden
Open vragen
1. Een vaardigheidsspel gericht op het bereiken van een bepaald doel waarbij fysieke kwaliteiten van mensen worden getest en gespeeld wordt volgens bepaalde regels en met bepaalde middelen. Dit alles vindt plaats binnen bepaalde institutionele kaders.
2. Physical games: fysieke activiteiten en spelvormen met een wedstrijdkarakter.
3. Bij de eerste groep wordt de uitslag van de wedstrijd - en de naleving van de regels - vastgesteld door een scheidsrechter. Bij de judged sports is er een jury noodzakelijk die de prestaties beoordeelt.
4. Bij de start van een finale honderd meter hardlopen, klapt de ene atleet in zijn handen (hij wil aangeven: ‘Nu moet het gebeuren..!’); een andere atleet draait zijn gezicht naar de hemel en maakt een kruisje; een derde kletst met zijn handen op zijn bovenbenen en op zijn wangen.
5. Er ontstonden sportverenigingen en -bonden op katholieke of protestants-christelijke grondslag.
6. De eerste Olympische Spelen in de Griekse Oudheid werden gehouden in 776 voor Christus. De Spelen vonden - meer dan 1000 jaar - om de vier jaar plaats. De Romeinse keizer Theodosius (379-395) verbood in 394 de Olympische Spelen vanwege hun ‘heidens karakter’. Naast de Olympische Spelen waren er in de Griekse oudheid drie andere grote sportevenementen: de Pythische, de Isthmische en de Nemeïsche Spelen. Samen met de Olympische Spelen vormden deze drie Spelen de Spelenronde. Deze vier Spelen werden ook wel aangeduid als de Heilige Kransspelen. Niet elke Griek kon deelnemen aan de Olympische Spelen: slaven en vrouwen waren uitgesloten. Men diende zoon te zijn van vrije Griekse ouders en in een van de stadstaten te wonen. De Olympische Spelen werden gehouden in Olympia. Op het programma van de Spelen stonden de volgende sporten: wagenrennen, de paardenrace, de vijfkamp, hardlopen, boksen, worstelen en pankration (een combinatie van judo, worstelen en boksen).
7. Het was vooral algemene ontwikkeling en vorming met een nadruk op muzische, intellectuele en lichamelijke aspecten. Voor de Grieken hingen verstand, karakter en uiterlijke schoonheid met elkaar samen. In de Griekse Oudheid was onderwijs alleen weggelegd voor de elite van de samenleving
8. Dit vuur symboliseert het eeuwige verlangen van de mens naar eenheid.
9. Farmaceutische middelen met als doel om beter te presteren. Het gebruik van doping kan verschillende gevolgen hebben zoals het versterken van de spieren en het ontwikkelen van meer uithoudingsvermogen.
10. Een sporter mag met zijn lichaam en gezondheid doen wat hij wil. Het is niet aan anderen om te bepalen wat goed voor hem of voor zijn gezondheid is. In onze samenleving mag je eten wat je wilt, ook als dat leidt tot een ziekte. Ook mag je drinken wat je wilt, zelfs als dat je lever aantast en je misschien doodgaat. Mensen zijn vrij in hun doen en laten, zo lang ze anderen geen schade toebrengen.
Multiple-choice vragen: goed of fout
1g, 2g, 3g, 4f, 5f, 6g, 7g, 8g, 9, 10g.
1. Een vaardigheidsspel gericht op het bereiken van een bepaald doel waarbij fysieke kwaliteiten van mensen worden getest en gespeeld wordt volgens bepaalde regels en met bepaalde middelen. Dit alles vindt plaats binnen bepaalde institutionele kaders.
2. Physical games: fysieke activiteiten en spelvormen met een wedstrijdkarakter.
3. Bij de eerste groep wordt de uitslag van de wedstrijd - en de naleving van de regels - vastgesteld door een scheidsrechter. Bij de judged sports is er een jury noodzakelijk die de prestaties beoordeelt.
4. Bij de start van een finale honderd meter hardlopen, klapt de ene atleet in zijn handen (hij wil aangeven: ‘Nu moet het gebeuren..!’); een andere atleet draait zijn gezicht naar de hemel en maakt een kruisje; een derde kletst met zijn handen op zijn bovenbenen en op zijn wangen.
5. Er ontstonden sportverenigingen en -bonden op katholieke of protestants-christelijke grondslag.
6. De eerste Olympische Spelen in de Griekse Oudheid werden gehouden in 776 voor Christus. De Spelen vonden - meer dan 1000 jaar - om de vier jaar plaats. De Romeinse keizer Theodosius (379-395) verbood in 394 de Olympische Spelen vanwege hun ‘heidens karakter’. Naast de Olympische Spelen waren er in de Griekse oudheid drie andere grote sportevenementen: de Pythische, de Isthmische en de Nemeïsche Spelen. Samen met de Olympische Spelen vormden deze drie Spelen de Spelenronde. Deze vier Spelen werden ook wel aangeduid als de Heilige Kransspelen. Niet elke Griek kon deelnemen aan de Olympische Spelen: slaven en vrouwen waren uitgesloten. Men diende zoon te zijn van vrije Griekse ouders en in een van de stadstaten te wonen. De Olympische Spelen werden gehouden in Olympia. Op het programma van de Spelen stonden de volgende sporten: wagenrennen, de paardenrace, de vijfkamp, hardlopen, boksen, worstelen en pankration (een combinatie van judo, worstelen en boksen).
7. Het was vooral algemene ontwikkeling en vorming met een nadruk op muzische, intellectuele en lichamelijke aspecten. Voor de Grieken hingen verstand, karakter en uiterlijke schoonheid met elkaar samen. In de Griekse Oudheid was onderwijs alleen weggelegd voor de elite van de samenleving
8. Dit vuur symboliseert het eeuwige verlangen van de mens naar eenheid.
9. Farmaceutische middelen met als doel om beter te presteren. Het gebruik van doping kan verschillende gevolgen hebben zoals het versterken van de spieren en het ontwikkelen van meer uithoudingsvermogen.
10. Een sporter mag met zijn lichaam en gezondheid doen wat hij wil. Het is niet aan anderen om te bepalen wat goed voor hem of voor zijn gezondheid is. In onze samenleving mag je eten wat je wilt, ook als dat leidt tot een ziekte. Ook mag je drinken wat je wilt, zelfs als dat je lever aantast en je misschien doodgaat. Mensen zijn vrij in hun doen en laten, zo lang ze anderen geen schade toebrengen.
Multiple-choice vragen: goed of fout
1g, 2g, 3g, 4f, 5f, 6g, 7g, 8g, 9, 10g.