Paragraaf 8 Oefentoets bij dit hoofdstuk
Open vragen
1. Wat is een relatie?
2. Wat is een vrijwillige relatie en geef een voorbeeld.
3. Waarden die een rol kunnen spelen bij seksualiteit in een liefdesrelatie zijn genot en vrijheid. Leg dit uit.
4. Wat is jaloezie?
5. Christenen en moslims sluiten ‘twee huwelijken’. Leg dit uit.
6. Wat zijn ‘sociale rollen’? Geef ook voorbeelden.
7. Wat is het verschil tussen sekserolgedrag en sekserolverwachting?
8. Volgens het traditioneel-christelijke standpunt hebben man en vrouw een verschillende natuur. Wat wordt daarmee bedoeld?
9. Geef een omschrijving van het begrip ‘feminisme’.
10. Leg de tegenstrijdigheden uit van de ‘de seksuele revolutie’.
11. Zou Simone de Beauvoir de volgende uitspraak hebben kunnen doen: "De tweederangs positie van de vrouw is absoluut niet aan de vrouw zelf te verwijten”. Motiveer.
Multiple-choice vragen: goed of fout
Geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn. Let op: alleen ‘goed’ of ‘fout’ noteren!
1. Functionele relaties zijn verplichte relaties.
2. Verliefdheid is altijd wederzijds.
3. Verliefdheid: iets van het gevoel.
4. Bij vriendschap hoort elkaar helpen.
5. Liefde laat meer dan verliefdheid zien dat mensen vrije wezens zijn.
6. Jaloezie heeft te maken met angst.
7. Iemand heel erg ‘claimen’: gedrag dat kan voortkomen uit extreme vormen van jaloezie.
8. Een levensvraag bij relaties is: op welke leeftijd mag je als meisje voor het eerst seks hebben met een jongen of een meisje?
9. Een voordeel van sociale rollen is dat je weet waar je aan toe bent.
10. Rolpatronen zijn de heersende opvattingen in de maatschappij over het gewenste gedrag van mannen en vrouwen, jongens en meisjes.
11. Met het nature-standpunt bedoelen we dat het sekserolgedrag een biologische basis heeft.
12. Vroeger dachten veel christenen dat jongens en meisjes verschillend waren en elkaar aanvulden. God had jongens en meisjes zo geschapen.
13. Volgens kardinaal Simonis zijn er geen eigenschappen die typisch zijn voor de vrouw of voor de man.
14. Volgens de islam zijn man en vrouw anders, maar wel gelijkwaardig.
15. De eerste feministische golf is van 1780-1820.
16. De tweede feministische golf werd in het begin vooral gedragen door vrouwen uit de middenklasse.
17. Voor het existentialisme is menswaardigheid een kernbegrip.
1. Wat is een relatie?
2. Wat is een vrijwillige relatie en geef een voorbeeld.
3. Waarden die een rol kunnen spelen bij seksualiteit in een liefdesrelatie zijn genot en vrijheid. Leg dit uit.
4. Wat is jaloezie?
5. Christenen en moslims sluiten ‘twee huwelijken’. Leg dit uit.
6. Wat zijn ‘sociale rollen’? Geef ook voorbeelden.
7. Wat is het verschil tussen sekserolgedrag en sekserolverwachting?
8. Volgens het traditioneel-christelijke standpunt hebben man en vrouw een verschillende natuur. Wat wordt daarmee bedoeld?
9. Geef een omschrijving van het begrip ‘feminisme’.
10. Leg de tegenstrijdigheden uit van de ‘de seksuele revolutie’.
11. Zou Simone de Beauvoir de volgende uitspraak hebben kunnen doen: "De tweederangs positie van de vrouw is absoluut niet aan de vrouw zelf te verwijten”. Motiveer.
Multiple-choice vragen: goed of fout
Geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn. Let op: alleen ‘goed’ of ‘fout’ noteren!
1. Functionele relaties zijn verplichte relaties.
2. Verliefdheid is altijd wederzijds.
3. Verliefdheid: iets van het gevoel.
4. Bij vriendschap hoort elkaar helpen.
5. Liefde laat meer dan verliefdheid zien dat mensen vrije wezens zijn.
6. Jaloezie heeft te maken met angst.
7. Iemand heel erg ‘claimen’: gedrag dat kan voortkomen uit extreme vormen van jaloezie.
8. Een levensvraag bij relaties is: op welke leeftijd mag je als meisje voor het eerst seks hebben met een jongen of een meisje?
9. Een voordeel van sociale rollen is dat je weet waar je aan toe bent.
10. Rolpatronen zijn de heersende opvattingen in de maatschappij over het gewenste gedrag van mannen en vrouwen, jongens en meisjes.
11. Met het nature-standpunt bedoelen we dat het sekserolgedrag een biologische basis heeft.
12. Vroeger dachten veel christenen dat jongens en meisjes verschillend waren en elkaar aanvulden. God had jongens en meisjes zo geschapen.
13. Volgens kardinaal Simonis zijn er geen eigenschappen die typisch zijn voor de vrouw of voor de man.
14. Volgens de islam zijn man en vrouw anders, maar wel gelijkwaardig.
15. De eerste feministische golf is van 1780-1820.
16. De tweede feministische golf werd in het begin vooral gedragen door vrouwen uit de middenklasse.
17. Voor het existentialisme is menswaardigheid een kernbegrip.
Antwoorden
1. Een duurzame, blijvende omgang van twee mensen.
2. Bij een vrijwillige relatie kies je zélf voor een relatie met een ander. Voorbeeld: een liefdesrelatie.
3. Genot: seksualiteit kan leiden tot aangename gevoelens en kan de liefde tussen twee mensen bevestigen. Vrijheid: in een seksuele relatie kunnen mensen zelf beschikken over hun seksualiteit.
4. Afgunst. Je gunt een ander iets niet.
5. Ze trouwen voor de wet en voor de eigen geloofsgemeenschap.
6. Sociale rollen zijn verwachtingen over hoe iemand zich in een bepaalde positie behoort te gedragen. Voorbeelden. We verwachten van een leraar dat hij zijn lessen voorbereidt en de stof duidelijk uitlegt. Van een trainer verwachten we dat hij de trainingen leidt, gevarieerde oefenstof aanbiedt en aanwijzingen geeft over de technische aspecten van de sport.
7. Sekserolgedrag is het feitelijke gedrag van jongens en meisjes. De sekserolverwachtingen zijn de verwachtingen over het gedrag van jongens en meisjes bij opvoeders en omgeving.
8. Mannen en vrouwen zijn biologisch verschillend geschapen, maar ook geestelijk verschillend. Zo hebben mannen en vrouwen verschillende eigenschappen: de vrouw is verzorgend, de man ondernemend. Ook is het mogelijk dat man en vrouw dezelfde eigenschappen hebben maar dat deze wel in verschillende mate aanwezig zijn.
9. Het feminisme is de levensbeschouwing die er vanuit gaat dat mannen en vrouwen gelijkwaardig aan elkaar zijn. Vanuit deze principiële gelijkwaardigheid dient de samenleving zo ingericht te zijn dat mannen en vrouwen evenveel kansen en rechten hebben om zich te ontplooien.
10. Een aantal seksuele taboes, bijvoorbeeld dat vrouwen geen initiatief mogen nemen bij het vrijen, kwam ter discussie te staan. Sommige vrouwen zagen echter ook nadelen aan de seksuele revolutie. Dat kwam omdat seksueel contact steeds meer als vanzelfsprekend werd gezien, waardoor nee-zeggen bemoeilijkt werd.
11. Nee. De vrouw kan kiezen om zich te laten leiden door de man maar ze kan ook kiezen om een zelfstandige persoon te zijn. De vrouw is uiteindelijk ook helemaal verantwoordelijk voor haar bestaan: ze heeft dit bestaan zélf gekozen. Ze had ook een andere manier van leven kunnen kiezen.
Multiple-choice vragen: goed of fout
1g, 2f, 3g, 4g, 5g, 6g, 7g, 8g, 9g, 10g, 11g, 12g, 13g, 14g, 15f, 16g, 17f.
2. Bij een vrijwillige relatie kies je zélf voor een relatie met een ander. Voorbeeld: een liefdesrelatie.
3. Genot: seksualiteit kan leiden tot aangename gevoelens en kan de liefde tussen twee mensen bevestigen. Vrijheid: in een seksuele relatie kunnen mensen zelf beschikken over hun seksualiteit.
4. Afgunst. Je gunt een ander iets niet.
5. Ze trouwen voor de wet en voor de eigen geloofsgemeenschap.
6. Sociale rollen zijn verwachtingen over hoe iemand zich in een bepaalde positie behoort te gedragen. Voorbeelden. We verwachten van een leraar dat hij zijn lessen voorbereidt en de stof duidelijk uitlegt. Van een trainer verwachten we dat hij de trainingen leidt, gevarieerde oefenstof aanbiedt en aanwijzingen geeft over de technische aspecten van de sport.
7. Sekserolgedrag is het feitelijke gedrag van jongens en meisjes. De sekserolverwachtingen zijn de verwachtingen over het gedrag van jongens en meisjes bij opvoeders en omgeving.
8. Mannen en vrouwen zijn biologisch verschillend geschapen, maar ook geestelijk verschillend. Zo hebben mannen en vrouwen verschillende eigenschappen: de vrouw is verzorgend, de man ondernemend. Ook is het mogelijk dat man en vrouw dezelfde eigenschappen hebben maar dat deze wel in verschillende mate aanwezig zijn.
9. Het feminisme is de levensbeschouwing die er vanuit gaat dat mannen en vrouwen gelijkwaardig aan elkaar zijn. Vanuit deze principiële gelijkwaardigheid dient de samenleving zo ingericht te zijn dat mannen en vrouwen evenveel kansen en rechten hebben om zich te ontplooien.
10. Een aantal seksuele taboes, bijvoorbeeld dat vrouwen geen initiatief mogen nemen bij het vrijen, kwam ter discussie te staan. Sommige vrouwen zagen echter ook nadelen aan de seksuele revolutie. Dat kwam omdat seksueel contact steeds meer als vanzelfsprekend werd gezien, waardoor nee-zeggen bemoeilijkt werd.
11. Nee. De vrouw kan kiezen om zich te laten leiden door de man maar ze kan ook kiezen om een zelfstandige persoon te zijn. De vrouw is uiteindelijk ook helemaal verantwoordelijk voor haar bestaan: ze heeft dit bestaan zélf gekozen. Ze had ook een andere manier van leven kunnen kiezen.
Multiple-choice vragen: goed of fout
1g, 2f, 3g, 4g, 5g, 6g, 7g, 8g, 9g, 10g, 11g, 12g, 13g, 14g, 15f, 16g, 17f.