Paragraaf 8 Leerpunten bij dit hoofdstuk

Leerpunten bij dit hoofdstuk

1.     Natuur = datgene wat de mens aantreft.

1.     Milieu =  alles wat tot jouw omgeving behoort.

2.     Twee definities van natuur:

a.     de klassieke definitie: natuur als de oorspronkelijke natuur.

b.     de moderne definitie: de oorspronkelijke natuur én wat het gevolg is van menselijk handelen.

3.     De opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen. De opwarming van de aarde kan leiden tot meer honger, overstromingen, watertekorten, ziekten en vele doden.

4.     De ecologische voetafdruk geeft in een getal de hoeveelheid biologisch productieve grond- en wateroppervlakte weer die een bepaalde bevolkingsgroep in een bepaald jaar gebruikt om haar consumptie te realiseren en haar afval te verwerken.

5.     Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling waarbij de huidige wereldbevolking in haar behoeften voorziet zonder de komende generaties te beperken om in hun behoeften te voorzien.

6.     Er zijn allerlei levensvragen bij natuur en milieu.

7.     Een levensvraag over de natuur is: ‘Dierproeven, een goede zaak?’

8.     In Nederland vinden ongeveer 600.000 dierproeven plaats, in verband met: medisch onderzoek; wetenschappelijk onderzoek; giftigheidsonderzoek; onderzoek in het kader van onderwijs.

9.     Antwoorden op de vraag ‘Dierproeven, mag dat?’

a.     Ja, met als argumenten: gezondheid, veiligheid, welvaart en welzijn van mensen en er is geen bewijs dat dieren pijn lijden.

b.     Nee, met als argumenten: lijden van dieren; dierenwelzijn; testen zijn niet

betrouwbaar; er zijn alternatieven.

c.     Ja, mits het noodzakelijk is voor de mens, bijvoorbeeld gezondheid of

veiligheid.

10.  Het christendom gaat uit van rentmeesterschap: God blijft de eigenaar van de aarde en de mens mag namens God de aarde onderhouden. Hij mag de aarde gebruiken voor eigen doeleinden, maar wel met respect voor diezelfde aarde. Franciscus van Assisi (1181 - 1226) is voor christenen een voorbeeld van hoe mensen met de natuur moeten omgaan.

11.  In de Bijbelse visie op de natuur wordt benadrukt dat de mens orde moet aanbrengen in de chaos. De natuur wordt vooral als een bedreiging gezien en de mens mot de natuur onderwerpen. In onze tijd moeten we de krachten van de chaos zoeken in de milieuproblemen, waar de mens verantwoordelijk voor is.

12.  Aristoteles hanteerde een teleologische natuuropvatting: de natuur heeft een eigen aard, een eigen doel, een eigen gerichtheid.

13.  Thomas van Aquino ontwikkelde de scheppingstheologie: de werkelijkheid - ook de natuur - was het product van de scheppingsdaad van God. Hij (God) heeft een bepaalde orde aangebracht in de werkelijkheid en de natuur (theocentrische natuuropvatting).