Paragraaf 7 Leerpunten bij dit hoofdstuk
Leerpunten bij hoofdstuk 4
De islam is een van de vijf wereldgodsdiensten. Het is de tweede godsdienst in Nederland. Twee belangrijke stromingen zijn soennieten en sjiieten.
Drie belangrijke geloofspunten van de islam zijn:
Overgave aan God.
Er is één God.
Mohammed is de profeet.
De islam als godsdienstige groepering ontstaat naar aanleiding van het optreden van de profeet Mohammed in de zesde en zevende eeuw. Na zijn dood wordt hij opgevolgd door kaliefen. In de tijd tussen de achtste en de veertiende eeuw maakt de islam een ‘gouden periode’ door, onder andere in het Midden-Oosten. Vanaf de achtste eeuw tot de zeventiende eeuw weet de islam belangrijke delen van het Iberische schiereiland in bezit te krijgen en daar groeit de Moorse beschaving. In de periode tussen 1300 en begin twintigste eeuw is er het immense Ottomaanse Rijk, met het huidige Turkije als centrum. In de negentiende eeuw komt dit rijk onder druk te staan en in het begin van de twintigste eeuw valt het uit elkaar. Uit de resten van dit Rijk vormt Atatürk het moderne Turkije.
De islam omvat kent vijf zuilen:
De geloofsbelijdenis.
Het rituele gebed.
De armenbelasting.
De vastentijd.
De bedevaart.
Een mens heeft een lichaam, een geest en een ziel. De ziel is onsterfelijk. De mens is door Allah geschapen. De mens moet Allah gehoorzamen.
Allah is het begin van alles. Hij heeft alles geschapen. De mens hoort goed te leven. Wanneer de wereld ophoudt te bestaan, spreekt Allah zijn laatste oordeel uit.
Voor de islam is lijden:
een straf van God.
een beproeving van God.
louterend.
Sterven is de overgang naar een ander leven. Op de ‘Dag des Oordeels’ spreekt Allah zijn oordeel uit over de toekomst van de overledene.
Mohammed is de inspirerende persoon van de islam en een belangrijk geschrift is de Koran.
Belangrijke islamitische rituelen hebben betrekking op voedsel, reinheid van het lichaam, volwassen worden, kleding en doodgaan.
Twee belangrijke feesten zijn het offerfeest en het suikerfeest.
Er bestaan in Nederland verschillende moslimorganisaties.
Er zijn binnen de islam verschillende opvattingen over de relatie staat en godsdienst. Aan de ene kant een theocratische opvatting (met een dominantie van de godsdienst over de staat) en aan de andere kant een seculiere staatsopvatting met een scheiding van kerk en godsdienst (vgl. kemalisme).
De belangrijkste kenmerken van een rechtsstaat zijn:
Alle burgers zijn aan elkaar gelijk.
De burgers hebben politiek invloed.
Het optreden van de overheid moet áltijd gefundeerd zijn op de wet.
De scheiding van de staatsmachten.
Er zijn grondrechten.
De leer van de Trias Politica houdt in dat in een staat de drie machten onafhankelijk van elkaar dienen te zijn. Het gaat dan om de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Deze machten dienen gescheiden van elkaar te functioneren, zodat machtsmisbruik voorkomen kan worden en de macht niet bij een persoon of groep ligt.