Paragraaf 5 Leerpunten bij dit hoofdstuk

1. Het christendom is een van de vijf grote wereldgodsdiensten.
2. Het christendom uit zich in vele vormen. Gemeenschappelijk is onder andere het geloof in een God die zich op drie manieren aan ons toont (triniteit), het geloof in Jezus Christus en de overtuiging dat er meer is dan dit leven en dat de dood niet het laatste woord heeft.
3. Tot het christen¬dom rekenen we de katholieke kerk en de protestantse kerken.
4. Het christendom is ontstaan uit het Jodendom en heeft zich in de loop der eeuwen wereldwijd ontwikkeld. In de elfde en zestiende eeuw hebben er belangrijke scheuringen plaatsgevonden (tussen Oost en West en tussen rooms-katholiek en protestants-christelijk). Vanaf de vijftiende eeuw is er sprake van secularisatie en vanaf de vorige eeuw verzuiling, ontzuiling en ontkerkelijking.
5. Het christendom geeft een samenhangend geheel van antwoorden op belangrijke levensvragen waarbij belangrijke uitgangspunten zijn: naastenliefde en de liefde tot God; de mens als een uniek, vrij, verantwoordelijk, beperkt, door God geschapen en onsterfelijk wezen; een lineaire geschiedenisopvatting en een idee over rentmeesterschap.
6. Belangrijke christelijke uitingsvormen zijn voorbeeldfiguren zoals Jezus van Nazareth; de Bijbel; sacramenten zoals de doop en het avondmaal; feesten zoals Kerstmis en Pasen; symbolen zoals het water en het kruisje; allerlei christelijke organisaties zoals kerken, christelijke politieke partijen en christelijke omroepen.